Creationism, Intelligent Design or Evolution? (Under construction. In PROGRESS)
Ga naar > EVOLUTIE - ONTWIKKELING
THEMES on EVOLUTION
ID is a pseudoscience because it claims to be scientific but is in fact metaphysical. It is based on several philosophical confusions, not the least of which is the notion that the empirical is necessarily scientific. This is false, if by 'empirical' one means originating in or based on observation or experience. Empirical theories can be scientific or non-scientific. Freud's theory of the Oedipus complex is empirical but it is not scientific. Jung's theory of the collective unconscious is empirical but it is not scientific. Biblical creationism is empirical but it is not scientific. Poetry can be empirical but not scientific.
PSEUDOWETENSCHAP / JUNK SCIENCE
Elke verzameling van kennis die beweert wetenschappelijk te zijn, maar die niet voldoet aan de normale wetenschappelijke criteria als reproduceerbaarheid, aansluiting bij bekende wetenschappelijke theorieën en resultaten, goed beschreven experimenten en potentiële falsificeerbaarheid.
Pseudo-wetenschap is te onderscheiden van protowetenschap door te bekijken hoe de wetenschappelijke methode is gebruikt. Protowetenschap kan worden gedefinieerd als speculatie of een hypothese welke nog niet adequaat getest is door de wetenschappelijke methode. Pseudo-wetenschap daarentegen wordt gekenmerkt door eenzijdige tests, soms door ontestbaar te zijn, en vaak doordat bestaande kennis zonder goede reden wordt verworpen. Toch is het vaak erg moeilijk om pseudo-wetenschap met behulp van de wetenschappelijke methode te ontmaskeren.
De grens tussen pseudo-wetenschap en echte wetenschap is vaak niet erg scherp. Veel mensen hebben geprobeerd om een duidelijke definitie van pseudo-wetenschap te geven. Soms wordt de term pseudo-wetenschap als waardeoordeel gebruikt. Vaak ziet men dat aanhangers van pseudowetenschap bepaalde wetenschappelijke resultaten gebruiken om zowel hun eigen standpunt te "verklaren" als om andere standpunten van diezelfde wetenschap af te wijzen op niet logische doch ideologische gronden. Kenmerkend selecteren en beschouwen zij alleen bronnen die hun theorie lijken te bevestigen en negeren alternatieve argumenten. Meestal orienteren zij zich slechts op een zogenaamde gezaghebbende "leidersfiguur".
Pseudo-wetenschap betekent dat een theorie wetenschappelijk lijkt, maar dat niet is. Wat je ook zegt, het klopt altijd, dus eigenlijk bewijs je er niks mee. Zo is de vraag naar een fossiele "missing link" een pseudowetenschappelijke vraag omdat het bij fossiele vondsten altijd gaat om restanten van individuen die geleefd hebben in een voor hen geschikte omgeving en daar aan aangepast waren. Wat men in feite met een "missing link" bedoelt is de vraag naar het zoeken van een gemeenschappelijke voorouder van 2 verschillende maar op elkaar gelijkende soorten. Indien men verder niets weet omtrent veranderingen in de geologische, klimatologische situatie of de mate en snelheid waarmee erfelijke informatie zich kan wijzigen,zal men de "missing link" nooit vinden. Hetgeen niet betekent dat men dan maar moet geloven dat deze 2 soorten beiden geschapen zijn volgens het concept van een evenmin bewijsbare aanwezigheid van een "creator".
Pseudo-wetenschappen zijn dus eigenlijk regelrechte onzin vermomd als wetenschap. Een duidelijk criterium hiervoor is het zogenaamde ‘falsificatie criterium van Karl Popper’. Dit werkt aldus: je stelt jezelf de vraag “Zijn er waarnemingen mogelijk die in strijd zijn met deze theorie?” Is het antwoord op die vraag nee, dan is er sprake van pseudo-wetenschap.
De volgende disciplines zijn voorbeelden van pseudo-wetenschap:
- astrologie
- parapsychologie
- psychoanalyse
WETENSCHAP
Wetenschap wordt gekenmerkt door toepassing van een bepaalde algemeen aanvaarde methode, met gebruikmaking van logica en voortschrijdend inzicht: door het nemen van proeven, verzamelen van informatie met zo nauwkeurig mogelijke meetinstrumenten, het voortdurend toetsen van de bevindingen, en het eventueel bijstellen van eerdere hypotheses en / of bepaalde theorieën.
Bij wetenschapsbeoefening vergelijkt en beargumenteert men de theoretische uitgangspunten van diverse onderzoekers naast elkaar. Bij wetenschapsbeoefening gaat men er van uit dat de methoden de metingen en hun uitkomsten een bepaalde onzekerheid bezitten, maar dat de resultaten WEL reproduceerbaar zijn. Het is dus steeds zaak deze onzekerheden te minimaliseren met nieuwe experimenten. Populair gezegd: "Een kruik gaat zolang te water tot hij barst".
"Wie niet tegen onzekerheden is opgewassen moet zich niet bezighouden met wetenschap."
De wetenschappelijke methode is een systematische manier om kennis te vergaren. Zij is gebaseerd op waarnemingen, metingen, hypothesen formuleren, toetsing voorspellingen doen, experimenteren en verificatie van waarnemingen.
Consistent gebruik van de wetenschappelijke methode is wat wetenschap van pseudo-wetenschap en van andere vormen van kennisvergaring onderscheidt. Het onderscheid tussen wetenschap en pseudo-wetenschap wordt ook wel het demarcatiecriterium genoemd, waar Karl Popper uitgebreid over heeft geschreven.
Wetenschap vereist een kritische mentaliteit en houdt zich in principe niet bezig met geloofszaken, wel met de principes van logisch redeneren/denken.
Science: Brain May Still Be Evolving, Studies Hint
Brain evolution
Reading the braincode.MIT Mc Govern Institute. Poggio
"We want to know how the brain works to create intelligence," Poggio explains. "Our ability to recognize objects in the visual world is among the most complex problems the brain must solve. Computationally, it is much harder than reasoning." Yet we take it for granted because it appears to happen automatically and almost unconsciously.
Comparison of the Human and Great Ape Chromosomes as Evidence for Common Ancestry
When one looks at the chromosomes of humans and the living great apes (orangutan, gorilla, and chimpanzee), it is immediately apparent that there is a great deal of similarity between the number and overall appearance of the chromosomes across the four different species
Discovery Institute.Douglas Groothuis. A Sharp Split on Darwin,ID(design)
Bas Haring over - Evolutie
Filmpjes over Evolutie
Wikipedia- Over Evolutie
Bruce T. Lahn
A research team from the Howard Hughes Medical Institute, led by Bruce T. Lahn, has uncovered some fascinating genetic pointers to the human brain's evolution. Their findings, in the journal Science, relate to sequence variations in two genes that regulate the size of the brain in humans. Interestingly, the major variants in these genes arose at key points in human history. The team focused on detecting sequence changes in two genes - Microcephalin and ASPM in different human populations. Mutations in either of these genes can render the gene nonfunctional and cause microcephaly - a syndrome in which the brain develops to a much smaller size than normal. Lahn and his colleagues had previously determined that both Microcephalin and ASPM showed significant changes under the pressure of natural selection during the making of the human species. "Our earlier studies showed that Microcephalin showed evidence of accelerated evolution along the entire primate lineage leading to humans, for the entire thirty to thirty-five million years that we sampled," Lahn said. "However, it seemed to have evolved slightly slower later on. By contrast, ASPM has evolved most rapidly in the last six million years of hominid evolution, after the divergence of humans and chimpanzees
The evidence that Microcephalin and ASPM were evolving under strong natural selection led Lahn and his colleagues to consider exploring whether these two genes are still evolving under selection in modern human populations. "In the earlier studies, we looked at differences that had already been set in the human genome," he said. "The next logical question was to ask whether the same process is still going on today, given that these genes have been under such strong selective pressure, leading to the accumulation of advantageous changes in the human lineage. If that is the case, we reasoned we might be able to see variants within the human population that are rising in frequency due to positive selection, but haven't gone to completion yet."
The researchers found that haplogroup D of ASPM occurred more frequently in European and related populations, including Iberians, Basques, Russians, North Africans, Middle Easterners and South Asians. It was found at a lower incidence in East Asians, sub-Saharan Africans and New World Indians. For Microcephalin, the researchers found that haplogroup D is more abundant in populations outside of Africa than in populations from sub-Saharan Africa.
It appears from the findings that the Microcephalin haplogroup D appeared about 37,000 years ago, and the ASPM about 5,800 years ago - both well after the emergence of modern humans 200,000 years ago. "In the case of Microcephalin, the origin of the new variant coincides with the emergence of culturally modern humans," said Lahn. "And the ASPM new variant originated at a time that coincides with the spread of agriculture, settled cities, and the first record of written language. So, a major question is whether the coincidence between the genetic evolution that we see and the cultural evolution of humans was causative, or did they synergize with each other?"
Lahn and his colleagues believe that, over time, human behavioral and cultural developments might go hand in hand with this type of genetic selection. The microcephalin mutation's first appearance coincided with the beginnings of man's development of art, music, religious practices, and complex tool-making techniques, the researchers point out. Similarly, the launch of the ASPM mutations occurred with the spread of agriculture, urban settlements, and the first record of written language. The researchers concluded that the overall genetic history of these two brain gene mutations is evidence that the brain is most likely still evolving in terms of size and complexity. "In another 10,000 or 20,000 years, I think the human brain may acquire a form that is quite different than the human brain today," Lahn said. "Not necessarily in its shape, which may remain relatively the same. But the function may be different. It may be, on average, a little smarter. Or it may acquire certain skills that in its current form it isn't well-equipped to handle -- advanced cognitive abilities such as abstract reasoning. We don't really know for sure how -- but we are still evolving
A Molecular receptor involved.
Toshiyuki Hayakawa, Takashi Angata, Amanda L. Lewis, Tarjei S. Mikkelsen, Nissi M. Varki, and Ajit Varki
Science 9 September 2005: 1693
Toshiyuki Hayakawa and Takashi Angata, of the University of California, San Diego and their colleagues, looks at a molecular receptor for a chemical called sialic acid. This chemical caused a stir a few years ago when it was discovered that human sialic acid is different from that found in apes—and, indeed, any other mammals. Dr Hayakawa and Dr Angata have found a receptor for sialic acid that occurs in human brain cells (though the cells in question are support cells rather than actual nerve cells), but not in those of apes. The gene that encodes this receptor molecule seems to have been cobbled together from bits of two other genes one of which, in a curious twist, had itself stopped working properly during the course of evolution.
zie> A Human-Specific Gene in Microglia
DATUM: Issue of 2005-05-30 revised OKT 2019
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
A) Over Evolutie
Charles Darwin in The Descent of Man ‘De verbeeldingskracht is een van de grootste voorrechten van de mens.
Door dit vermogen verenigt hij vroegere beelden en ideeën, onafhankelijk van de wil, en schept zodoende schitterende en nieuwe resultaten’ (uitg. 1896, blz. 74).
B) Over Schepping en geloof
??
Er zijn nog vele wonderbaarlijke eigenschappen die bewijzen dat de Qoer'aan het woord van Allah is. Eén van deze eigenschappen is het feit dat een aantal wetenschappelijke waarheden die we nu pas door middel van de technologie van de twintigste eeuw kunnen ontdekken, veertienhonderd jaar geleden in de Qoer'aan genoemd zijn.
Natuurlijk is de Qoer'aan geen wetenschappelijk boek. Maar vele wetenschappelijke feiten die op een bijzondere bondige en gedegen manier in de verzen tot uiting zijn gekomen, zijn pas door middel van de technologie van de twintigste en eenentwintigste eeuw, ontdekt. Deze feiten konden in de tijd dat de Qoer'aan geopenbaard werd niet bekend zijn geweest en dit is dan een nog duidelijker bewijs dat de Qoer'aan het woord van Allah is.
Koranfouten
C) Intelligent Design
H. ALLEN ORR Why intelligent design isn’t.
Biologists aren’t alarmed by intelligent design’s arrival because they have all sworn allegiance to atheistic materialism; they’re alarmed because intelligent design is junk science.
Commentaar: Gaat het er dan om in de wetenschap (een discipline om zo objectief mogelijk informatie te vergaren met als doel waarheidsvinding) of men ergens aanhanger van is ?
-TOP
Toelichting op de discussie
1. God bestaat niet, derhalve kan de schepping van het leven en alles wat daar uit voortkomt, niet aan deze God worden toegeschreven, tenzij men dat door bewijzen kan staven. Elke verklaring die ook maar enige relatie tracht aan te geven tussen een opperwezen en de (levende en dode) natuur is pure fictie. Over iets wat niet bestaat kan men dan ook niets beweren. Men kan dan ofwel geloven dat God niet bestaat ofwel niet geloven dat God bestaat. De mens, als atheïst, is zijn eigen God. Een (klassieke) opvatting hierbij is dat sommigen menen dat iemand die niet aan een officiële God gelooft (maar aan een andere Godheid) een atheïst is.
2. Er is misschien wel (ergens) een God maar deze houdt zich totaal niet bezig met wat wij als mens beleven en wij worden er in ons doen en laten en denken niet door beïnvloed. Zo er een God is, dan heeft deze zich in ieder geval van ons afgekeerd. De mens en God bewandelen gescheiden wegen. De mens als agnost kan God niet, nooit in iets kennen of herkennen. Verder "Is het onmogelijk om religieuze waarheden met de gangbare wetenschappelijke methodieken te bewijzen." De mens is de maat aller dingen. De agnost zegt: ik weet het niet of God bestaat of dat er geen mens is die kan weten of God bestaat. Charles Darwin was, naar eigen zeggen, een agnost, geen atheïst. .
3. Spinoza en De Wordende God. God is een ervaring die de mens, eigenlijk elk schepsel, doormaakt in zijn leven. Hij ontdekt gedurende zijn leven God. God is voortschrijdende inzicht en het beeld dat men van deze God heeft is derhalve aan verandering onderhevig. Het is de diepste wezenlijkheid van de werkelijkheid die een mens (als individu) kan leren ontdekken. Het is bewuste en onbewuste (persoonlijke) groei. De mens en God zijn zich twee ontwikkelende lijnen die elkaar in het oneindige omstrengelen. Niet voor elk individu behoeven die lijnen hetzelfde te zijn. Elk schepsel groeit in het besef dat hij er onderdeel van is. En elke generatie opnieuw, in elk levend verschijnsel, in een voortschrijdende convergentie. Het berust in wezen op het Panta Rhei (alles is veranderlijk) van Heraclites. De mens als individu, heeft het in eigen hand of hij er rekening mee houdt of niet. Het Godsbesef geeft dan inspiratie als er rekening mee wordt gehouden en dient als normbesef. De complexe systemen zijn. hoe mooi soms ook en hoe ingenieus, niet "vanaf den beginne" volmaakt. Een systeem (binnen en buiten een organisme) kan "leren", kan zich verbeteren. Deze opvatting lijkt enigszins verwant te zijn aan de opvatting zoals men die tegen komt in de Reformatorische gedachte: Kennis van Christus kan men verkrijgen door inspanning en verandering van gedrag, de wedergeboorte en daarmee: God "leeft" in de ziel van de mens. Een variant hierop is mogelijk het Godsbeeld van Spinoza die meent dat God zich in de natuur openbaart. God komt samen in zowel scheppende als in de geschapen natuur (natura naturans en natura naturata). Door sommigen wordt deze Godsopvatting vaak als pantheïstisch beschouwd. De God van Spinoza is niet identiek aan de God van Abraham. God is oneindig met oneindig veel attributen.God is de eeuwige schepper. Datgene wat is geschapen is zijn veranderingen die zich als overgangstoestanden aan ons voordoen... maar Hij bepaalt en bestiert alles.
4.
Er is een almachtige God en deze is altijd geweest. Dit is onveranderlijk. Het plan van God staat bij voorbaat vast en is absoluut. Geen mens, geen schepsel kan hier enige verandering in aan brengen. De mens is in feite hulpeloos. Het systeem in al zijn complexheid is "vanaf den beginne" volmaakt. Het enige wat hij kan doen is zich onderwerpen aan door God gedicteerde wetten en hopen dat hem door een “Godvruchtig leven, genade kan worden geschonken”. Het grijpt terug op het onveranderlijke Zijn van het Platonisme. Zo er een Worden bestaat is dat slechts een Middel als instrument van God. God is een apodictische God. Hij alleen beveelt en vaardigt wetten uit. Met Jean Paul Sartre zou men dan kunnen zeggen: Si Dieu existe l ´Homme est rien (In Le Diable et le Bon Dieu, 1951).
In sommige religies komt voor een anthropomorphisme, het geloof dat God letterlijk een persoon is met handen en voeten (en eventueel zetelt op een Troon). Deze opvatting kent onder de tegenwoordige Christenen slechts een zeer geringe aanhang. In de Islam wordt deze opvatting nog steeds veel aangehangen en werd oorspronkelijk vurig vertolkt door de middeleeuwse Imam Ibn Qayimm Al Yawziia ( 691AH - 751 AH / 1292- 1350 CE ).
In het achterste vlak van de kubus worden 4 opvattingen aangeduid die betrekking hebben op de “ Levende verschijnselen” , biologisch bezien, de schepselen in relatie tot hun onderlinge samenhang en de kosmos.
5. Creationisme. Er zijn veel verschillende opvattingen over het creationisme. Maar in het algemeengaat het huidige creationisme uit van een abrupte schepping van het leven op aarde, nog geen tienduizend jaar geleden. Gemeenschappelijke voorouders van mensen en apen bestaan niet. Geologische stratificaties ontstaan en ontstonden door overstromingen, de zondvloed, vulkanische uitbarstingen etc. Alle fossielen zijn anomale vervormingen van wat eens levende wezens waren. Alle overgangen zijn schijnbaar. IJstijden hebben nooit bestaan. In wezen is dit alles gebaseerd op de aanname van de Mozaïsche bijbelgeschiedenis.
5.
Evolutionisme.In eerste instantie moet men evolutionisme, als natuurfilosofische gedachte niet verwarren met de afstammingsleer (evolutieleer, zie Darwinisme) die zich allen bezig houdt met het ontstaan der soorten. Het gaat er bij het evolutionisme om dat het menselijk gedrag, zij het complexer, afleidbaar is het dierlijke. Er is een gradueel normbesef van zeer laag bij de laagste diersoorten tot zeer hoog bij de mens. In tweede instantie betekent dit als gevolg van het voorafgaande, dat er een overgang bestaat tussen het dierlijke en het menselijke en dat hiermee de link naar de evolutieleer (Darwin) toch gelegd kan worden. Een systeem ontwikkelt zich (groeit) van eenvoudig naar een toenemende vorm van complexiteit.
ZIE > Bas Haring Korthof- Evolutie
Het Darwinisme.
Ik bedoel hier niet de stroming die later bekend zal staan als het sociaal Darwinisme, dat wil zeggen: het overleven van de “beter aangepasten” in een ecologisch of economisch systeem of processen die in het dagelijkse “lijken" op of “wat weg hebben" van de evolutie van leven zoals genetische algoritmen en kunstmatige intelligentie. Dat is alleen maar verwarrend. Wat ik hiermee bedoel zijn de volgende kenmerken zoals alleen de biologie deze leert in de evolutie leer (als theorie en als werkhypothese) in zuivere vorm:
-
Een levend individu kan zichzelf vermenigvuldigen
-
Nakomelingen lijken (zowel op macroniveau als op microniveau) op de vorige generatie waar uit het voortkomt.
-
Er is variatie: niet elke nakomeling is een exacte kopie van de vorige generatie
-
Er is selectie: overgeërfde kenmerken beïnvloeden de reproductie /voortplanting
Let op:
1. Variatie ontstaat door mutaties
2. Variatie ontstaat door variabele omstandigheden in tijd en ruimte
3. Variatie ontstaat door genetische beperkingen op de evolutionaire mogelijkheden
4. Variatie ontstaat door frequentie-afhankelijke selectie
De boven genoemde kenmerken 1 en 2 duiden op voortplanting en verwantschap. De kenmerken 3 en 4 duiden op verandering binnen een soort, de variaties. Het wil echter niet betekenen dat deze verandering een duidelijke richting in zich heeft. De evolutieleer accepteert de factor toeval. De theorie spreekt zich niet er over uit of dit "toeval" als uiteindelijke oorzaak, of als middel tot verandering moet worden opgevat. Toeval is datgene waar nog geen verklaring voor kan worden gevonden en dient nader onderzocht te worden met wetenschappelijke methoden.
Zie > Survival of the fittest? Artikel Kennislink
ID Het intelligent Design.
-
Een ontwikkeling die medio vorige eeuw opgeld deed in de VS onder Amerikaanse Christenen en later onder de fundamentalisten.